Impressie Optima Farma Congres
Samenvatting workshops Optima Farma congres 2018
Workshop hormonale en niet-hormonale anticonceptiva
Jorien Nijland nam ons mee naar de wereld van de anticonceptiva. Ze had veel theorie en praktijkverhalen en eigenlijk was een uur veel te kort. Tijdens de workshop passeerde de diverse anticonceptiva.
De natuurlijke methodes:
- Het geven van borstvoeding. Dit is alleen betrouwbaar in de eerste vier maanden na de bevalling en als het kind niet bij gevoed wordt.
- Abstinentie, dit is seksuele onthouding.
- Temperaturen, na de ovulatie is de lichaamstemperatuur hoger.
En barrière middelen.
De combinatiepreparaten zijn beschikbaar in een pil, pleister en vaginale ring. Voordelen van de combinatiepreparaten zijn:
– voorkomen zwangerschap
– regelen van de menstruatie mogelijk
– makkelijk te stoppen
– vermindert pijn bij de menstruatie
– vermindert endometriose
– vermindert ovariumcyste
– relatieve bescherming tegen ovarium- en endometriumkanker
Van de prostageenpreparaten zijn de minipil, de prikpil en de implantatiestift beschikbaar. De voordelen van een prostageen middel zijn:
– voorkomen zwangerschap
– (op de minipil na) langdurige vormen van anticonceptie. Het is dus niet een geschikte anticonceptie als vrouwen in de nabije toekomst kinderen willen. Bij de prikpil kan het tot wel drie jaar duren voordat de normale cyclus is hersteld.
– kan bij borstvoeding
– wanneer de combinatiepreparaten niet mogelijk is.
Er zijn drie soorten spiralen de Mirena, Kyleena en het koperspiraal. In de Kyleena zit minder hormonen en is kleiner dan de Mirena. Het koperspiraal is de enige die gebruikt kan worden als noodanticonceptie. Verder bestaan er als noodanticonceptie de Ella one en Norleva.
Workshop antidepressiva
Hans van Lanen vertelde over antidepressiva. Met leuke quizvragen wist hij de apothekersassistenten op de hoogte te brengen van allerlei feitjes. Zo kwam aan bod dat iemand al de diagnose depressie kan krijgen wanneer deze 2 weken lang klachten heeft.
Er zijn verschillende soorten antidepressiva, namelijk:
– SSRI’s (selectieve serotonine seropname remmers)
– TCA’s (tricyclische antidepressiva)
– MAO-remmers (mono-amine oxidase remmers)
– Overige groepen (bv. SNRI)
Belangrijk om te weten is dat antidepressiva direct gaan werken, maar dat er na 1 tot 2 weken pas echt een goede verbetering is van de klachten. De optimale werking wordt pas bereikt na 4-6 weken. Het is voor depressieve mensen geen stimulans om de tabletten te nemen wanneer zij te horen krijgen dat de pillen niet gelijk werken, maar wel bijwerkingen hebben. Dit moeten wij in gedachten houden bij een eerste uitgifte begeleiding.
Antidepressieve worden bij een goed respons vaak 6 maanden geslikt en daarna wordt het afgebouwd. Er is een groot verschil tussen de verschillende antidepressiva en hoe goed deze afgebouwd kunnen worden. Paroxetine is een voorbeeld van een zeer moeilijk af te bouwen antidepressiva.
Workshop geneesmiddelen verminderde leverfunctie
Medicatiebewaking is een belangrijk onderdeel van het werk in de apotheek. Het controleren of medicatie ook ingenomen kan worden wanneer mensen een verminderde leverfunctie hebben is daar tegenwoordig een onderdeel van.
Er zijn meer dan 100 verschillende leverziekten, maar de meest voorkomende zijn:
– Virale hepatitis (met name B & C)
– Leververvetting door obesitas of alcohol
– Auto-immuunziekte
– Stofwisselingsziekte
– Geneesmiddelen
– Onbekend
Een verminderde leverfunctie ontstaat doordat er levercellen beschadigen en door deze prikkeling ontstaat er een ontstekingsreactie (hepatitis). Bij aanhoudende hepatitis ontstaat er littekenweefsel (fibrose). Wanneer er veel fibrose ontstaat kan de lever gaan verschrompelen en dan heb je levercirrose. De lever heeft een enorme overcapaciteit, maar wanneer de schade te groot is dan ontstaan er klachten.
Met de Child-Turcotte-Pugh (CTP) classificatie kan er een schatting worden gemaakt van de ernst van de levercirrose. Dit schema is terug te vinden op www.geneesmiddelenbijlevercirrose.nl Op deze site is ook veel informatie te vinden over levercirrose en de adviezen over het gebruik van medicijnen bij levercirrose.
De enige effectieve behandeling tegen levercirrose is transplantatie.
De meest geschikte pijnstiller bij levercirrose is paracetamol. Een aanpassing van de dosering is niet nodig. NSAID’s worden afgeraden.
Workshop Landelijk Schakel Punt (LSP)
Vaak denk je als eerst bij het LSP, ach dat weet ik wel en wat kan je er over vertellen?
Terwijl in de meeste apotheken er ooit een formulier is geïntroduceerd. Met een uniform zinnetje, hoe we het moeten uitvragen. Dus in de workshop waren zeker interessante dingen te horen.
Zoals wat houdt het LSP precies in? Hoe werkt het?
Tips & tricks.
Een voorbeeld: Er wordt bij het landelijk schakelpunt niets opgeslagen, zij fungeren als doorgeefluik. Een apotheek moet zelf aangeven welke regio’s ze open zetten. Ook het openzetten van de laboratoriumwaarden moet expliciet worden gevraagd.
En een mooi vraagstuk voor de toekomst: Als een ouder voor een minderjarig kind tekent, moeten we bij 16 jaar niet opnieuw gaan uitvragen? De workshop was zeker de moeite waard.
Workshop SOA
Tijdens de workshop SOA nam Karin Grintjes, HIV verpleegkundig specialist HIV ons mee in de wereld van SOA, HIV en seksueel overdraagbare aandoeningen.
HIV is een virus. Het is de meest voorkomende SOA. Mensen die onveilige seks hebben gehad en vooral tot risico groepen behoren moeten zich laten testen. HIV is nog niet te genezen, maar is wel goed te behandelen met HIV remmers. Mensen die behandeld worden met HIV remmers hebben het virus ook niet meer in het bloed en kunnen dus ook andere mensen niet meer besmetten. Als men risico heeft gelopen op het krijgen van HIV, dient zo snel mogelijk worden begonnen met een PEP kuur.
(Kuur met HIV remmers). Ook is het mogelijk om jezelf vooraf te beschermen met een PrEP kuur (HIV remmers als profylaxe). Dit is echter niet voor iedereen beschikbaar. Het wordt momenteel nog niet vergoed door alle zorgverzekeringen. Hierin loopt Nederland achter bij de rest van Europa. Hopelijk wordt dit in de nabije toekomst wel anders, want de voorkoming van HIV kan de maatschappij veel kosten besparen.
Bij onveilige seks kan iedereen natuurlijk het risico lopen op een SOA’s, zoals HIV, Chlamydia, Gonorroe, Hepatitis B, Herpes genitalis, Syfilis, Genitale wratten en ook schurft en schaamluis kunnen voorkomen. Patienten met HIV hebben ook vaak meer andere SOA’s. Mensen die zich in risicogroepen begeven; mannen die seks hebben met mannen, prostituees, jongeren (preventie door condoomgebruik) en mensen die druggebruiken (naalden) hebben daardoor meer kans om een SOA op te lopen.
Het is natuurlijk belangrijk dat medicatie die gebruikt moet worden om een SOA te bestrijden (antibiotica) en het HIV virus af te remmen goed gebruikt worden. Juist bij deze groep mensen is hier voor de apotheek een taak weggelegd om navraag te doen naar het gebruik, toediening (Bij HIV vaak meerdere tabletten, meerdere malen per dag) en de bijwerkingen. En zo de therapietrouw te bevorderen. Indien dit voor de patiënt niet lukt, neem contact op met de voorschrijver.